Op een redelijke stabiele lenteachtige zondagavond in mei, had ik mijn schuifpui naar het balkon open staan. Toen ik even daarvoor uit de auto stapte, hoorde ik het geluid van live muziek door de straten schallen. Ik zag dat aan de overkant van de rondweg, een opblaaskussen stond. De gillende kinderen kwamen met de muziek mijn kant op. Ik verwachte bezoek. En toen mijn visite binnen was, hing die over het balkon. 'Ow, dat zal wel een communiefeestje zijn. Daar is het de periode voor.' Ik knikte instemmend en hing nu zelf ook maar eens over het balkon. Voor de vier chalets van het woonwagenkamp deinde het speelkussen op en neer. Daaroverheen schalde de stem van de zanger die over een 'Kleine jongen' zong. Tijdens het geamuseerd samen zijn op mijn balkon, voelde de live muziek vervolgens wel gezellig aan. Ik kan me niet voorstellen dat de achterburen, die hun tuin direct aan het kamp hadden, daar hetzelfde over dachten. Na enige tijd hield de zanger op. Na een korte stilt