Ik was op vakantie met de caravan. Op een camping ga je naar een sanitair gebouw en daar zat ik op het toilet. De toiletten waren omheind door panelen. Alleen aan de linkerzijde had ik buren, ik zat op de hoek. Naast mij zat een vader. Ik ben er vrij zeker van dat hij zat, want ik hoorde geluiden die je normaliter niet hoort, wanneer een man staat bij het toilet. Ik hoorde twee kinderen rommelen voor mijn deur. Aan hun geluiden te horen waren het peuters of kleuters. Het gerommel werd doorbroken door een heldere en harde kinderstem. 'Kutzak', hoorde ik ineens luid en duidelijk. Meteen kwam er reactie uit het toilethok naast me. Daardoor was ik ook vrij zeker dat hij vader was. 'Ole! Dat woord wil ik niet meer horen', riep hij. Hij had adem genoeg, dus waarschijnlijk had hij net weer een hap lucht genomen nadat hij de druk op zijn darmen had afgerond. 'Kutzak!' hoorde ik opnieuw. 'Samuel! Hoe daarmee op!' de vader weer. Blijkbaar waren dit Ole en Samue