Daar lag ik dan, plat op mijn rug in het park. In mijn handen de telefoon waarmee ik deze blog schreef. Daarachter de boomtoppen en de strakblauwe lucht. Het gras was knalgroen zoals gras hoort te zijn. Plukjes mensen zaten op het gras en een haan kraaide af en toe tussen het geroezemoes. Het geluid van een hamer op metaal kwam van de podiumbouwers verderop in het park. Vanavond was hier een concert. En de voorbereidingen waren dus in gang. Het was al een poos geleden dat ik mezelf neerlegde in een park. Je bent er toch een beetje overheen gegroeid op je veertigste. Maar vandaag raakte het kwik de vierendertig graden en het park gaf verkoeling. Het klamme gras in de schaduw haalde de temperatuur voelbaar omlaag. Af en toe keek ik wat om me heen. En ik sloeg een boek open. Dat was een gebeurtenis op zich waar u bij had moeten zijn. Want na veertig jaar pogingen tot lezen gedaan te hebben, ben ik een ruim jaar geleden toch onbewust gestopt. Tijdens de jaarwisseling riep ik tegen een