Doorgaan naar hoofdcontent

Service

Het beloofde een mooie dag te worden. En ik beleefde dat uitbundig, door weer allerhande bonusaanbiedingen mee te graaien uit mijn Appie. Mijn mandje was na de groente- en fruitafdeling in het begin, al voor de helft gevuld. Ergens maakte me dat wel trots, want dat betekende dat ik maar voor de helft ongezonde dingen kon kopen. Dat was niet het plan. Maar ik wist natuurlijk niet wat nog kon komen.

Er kon altijd een bonusaanbieding op de loer liggen.

Ik was vooral op zoek naar producten die de poké bowl gingen vullen. Die zou ik die avond voor mezelf en mijn bezoek maken. Deze maaltijd had toch wel een beetje mijn eigen handtekening gekregen. En ik was dan ook goed geconcentreerd. Dat ik later thuis nog zou constateren dat ik geen rijst had meegenomen, dat wist ik toen nog niet. Gelukkig stond er nog basmati rijst in mijn kast. Voor het geval ik eens poke bowl wilde maken. Maar voor het overige liep alles gesmeerd. Geen twijfelende tachtigplusser die de weg blokkeerde of moeder met kinderen in een karretje die een onverwachte move maakte.

Het besef ontstond dat deze dag inderdaad mooi zou worden.

Bij de kassa ging ik zelf scannen. Met een mandje en zo'n scanding door de winkel haalde de vaart eruit. Met een wagentje deed ik dat wel. Dan voelde het als handig. Maar nu ontnam het me de drang om lekker bonusjes te scoren. Dat wilde ik niet met alleen maar een mandje. Mandjes staan voor vaart, flexibiliteit. Ze zijn eigenlijk de Porsches onder boodschappenlogistiek voor consumenten. Je hebt dan niets te verliezen. Een knietje aantikken met zo'n mandje van een trage boodschappenkar bezoeker is geen probleem. Het is precies zoals die Porsche in de achteruitkijkspiegel waar je toch maar voor naar rechts gaat.

Toen ik mijn rondje had volbracht, ging ik mijn producten dus scannen bij de kassa. Eerst pakte ik een tas die me vijftig cent ging kosten. Mijn rugzak was ik, ja, vergeten. Toen ik onderin mijn mandje kwam en de 30% korting op mijn blauwe bessen wilde verzegelen, ontstond er een probleem. De kassa pakte de barcode niet. Na twee keer driftig heen en weer bewegen van mijn blauwe bessen in plastic doos, besloot ik eens naar de code te kijken. Ik constateerde dat die er voor de helft was afgerukt. 

Daar ging mijn opgebouwde snelheid.

Daar stond ik dan bij de zelfscankassa zonder barcode met een bonusaanbieding in mijn hand. Maar dit was de Albert Heijn. Ik prees mezelf gelukkig dat ik nu hier was. En niet in een Action, waar een buitengewoon chagarijnig en plat pratend me niet aankijkend personeelslid me had kunnen afsnauwen. Nee, ik betaalde hier ondanks mijn korting van 30% op deze blauwe bessen voor service. Natuurlijk wist ik dat de Appie duurder is dan andere supermarkten. Maar voor dat stukje conform, het winkelplezier zeg maar, betaal ik graag een beetje meer. En omdat ik zo goed ben in bonussen scoren druk ik de prijs weer flink. Ja, ik weet dat ik mezelf voor de gek houd. Maar laat me alsjeblieft in deze illusie. 

Het maakt me gelukkig.

De service van de AH betaalde zich direct uit. Want ik hoefde niet te zoeken naar een service medewerker. Nee, deze stond vrijwel naast me. Terwijl ik haar aansprak pakte ze mijn mandje dat leeg was en zette deze keurig voor mij op de stapel. Ow, die service: 'Genieten!' Ik vertelde haar kort maar duidelijk 'dat de barcode van mijn blauwe bessen was afgescheurd' en in mijn hoofd plakte ik eraan vast dat ik 'deze bonus aanbieding echt moest scoren omdat blauwe bessen, van nature een bron van vitamine K, lekker zijn en ook nog 30% minder kosten'. Met andere woorden: Alles in mij liet weten aan deze service medewerker dat dit een noodgeval was. Na mijn opmerking liet ze één seconde stilte vallen en meteen daarna kwam de oplossing. Ze griste de plastic doos uit mijn handen en gooide hem in mijn tas. Ze lachte naar me en ze zei 'Je denkt toch niet dat ik heel de winkel door ga lopen om een nieuwe doos te halen? Deze krijg je van mij.'



Reacties

Populaire posts van deze blog

Zwaaien

Wanneer ik ga wandelen met mijn hond, loop ik een standaard rondje. Ik kom dan langs het Indische bejaardentehuis bij mij in de straat. Er staat een Riksja in de entree en ik ging er wel eens bami of nasi lunchen. Op de hoek van het tehuis, bevinden zich benedenwoningen met een groot grasveld ervoor. De ramen zijn immens groot en vaak is het licht binnen aan, zonder dat de gordijnen gesloten zijn. In de zomer valt de zon juist binnen, zodat zich een soort toneelstuk afspeelt achter het raam. Toen ik hier in 2017 kwam wonen, stond er vaak een man achter dat raam. Er zal twintig meter tussen hem en mij hebben gezeten. Hij zag er inderdaad Indisch uit en had een heel vriendelijke uitstraling. Het leek me een hele fitte man. Ik gok dat hij destijds halverwege de zeventig was. Maar dat was dus mijn observatie door dat raam heen. Telkens als ik met mijn hond passeerde, zwaaide hij uitbundig en vrolijk naar me. Met brede lach zwaaide ik dan ook terug. Het werd een gewoonte. Ik realiseerde me

Winkelcentrum

Ik liep zoals gewoonlijk door mijn overdekte winkelcentrum. Het wordt verbouwd en het schijnt mooier te gaan worden dan wat het was. Althans, de borden aan de ingang beloven dat er gebouwd wordt "aan het gezelligste winkelcentrum". Voorlopig is het nog een puinhoop en de meest ongezellige plek van Nederland. Als je er geen erg in had, zou een overdekte plek om te winkelen er zo uit kunnen zien, in tijden van oorlog. Overal troep, kapotte ramen, leegstaande panden, kabels uit het plafond die in de jaren zeventig in elkaar geknoopt zijn en vooral veel lawaai. Met de aantekening dat we nog steeds in een veilig land leven. Ik bezocht eerst de Hema, die het anno 2024 voor elkaar wisten te krijgen om mijn fotos af te drukken na elf dagen. Toevallig zat ik gisteren fotos te kijken uit de jaren tachtig en negentig. Een gedeelte daarvan was gemaakt met een fotocamera die minstens een kilo woog. De kwaliteit van die fotos was zo onvergelijkbaar, met de fotos die ik in mijn handen kreeg

Dirty Chai

Ze was denk ik vijfendertig. Ze zag eruit als tweeënvijftig. Het leek me geen sportieve dame, maar ze was ook niet enorm corpulent. Haar haren zaten tussen blond en grijs en waren kort en waarschijnlijk nog korter geweest. Een bruin leren tasje had ze op tafel gezet en het straalde geen vrouwelijkheid uit. Toen ze binnenkwam zag ik dat ze mijn kant op keek. Voor me waren nog twee tafeltjes vrij voor het raam. Toch liep ze eerst de zaak verder in. Een teken dat ze hier niet vaak kwam. Of zelfs niet uit deze stad kwam. Al snel was zij weer terug en nam ze plaats voor het raam. In plaats van een plek te kiezen waardoor ze naar buiten kon kijken, ging ze met haar rug richting het raam zitten met haar gezicht mijn kant op.  Ik nipte aan mijn dubbele espresso omdat je doorgaans in deze koffiezaken een wat slappe koffie kreeg. De serveerster was snel bij de vrouw die met de kaart in de hand vroeg of ze ook een ‘’Dirty Chai’’ kon maken. De wijze waarop ze deze woorden uitsprak zorgde voor een