De zondag dat ik voor het eerst in mijn leven positief testte op COVID-19, was dezelfde dag als waarop in Derry, Noord-Ierland precies 50 jaar geleden Bloody Sunday plaats vond. Britse militairen schoten toen veertien ongewapende jongens en mannen neer, die demonstreerde tegen de ingeperkte vrijheid van katholieken door protestanten. In de NRC de dag ervoor stond een artikel waarin een journalist met de nabestaande sprak.
Zo erg als de inhoud van die 30 januari lang geleden, was mijn persoonlijke constatering natuurlijk niet. Maar ik baalde wel als een stekker. Die bewuste dag zou ik naar het casino gaan en de dag erna naar de wellness. Later in de week op woensdag moest ook mijn dochter nog afzwemmen voor haar B-diploma. Zonder mij nu.
Omdat ik veel last had van de vaccinaties, was ik direct op mijn hoede. Misschien wel wat te veel. Immers had ik vele malen ervoor geconstateerd dat ik nog nooit zo fit was geweest als nu. Hardlopen en krachttraining gaven me een fysieke vitaliteit die ik nog niet eerder kende. Dat wist ik zo zeker dat ik de knop nog die dag omdraaide in mijn hoofd. Ik besloot een momentum te maken van dit herstel. Het plan was om open te staan voor dingen die ik anders niet snel deed. Daarmee een andere draai te geven aan het herstel, dan een soort ziektebed met het zwaard van Damocles.
Ik zette het bad aan. Ik denk dat ik er in 2021 maar drie keer in had gelegen. Ergens in een mandje vond ik nog bruisballen die ik ooit eens had gekocht. Ik zette de tablet aan en starte NPO Cultuur in. Er was een serie of documentaire bezig die de naam 'The Joy of painting' droeg. Een man met het kapsel van André Hazes en met kleding uit de jaren tachtig sprak met zachte stem. Zo zacht dat ik de kraan moest uitdraaien om hem te horen.
'And now a little shed here on the right side..'
Zijn stem was zo intens dat ik niet anders kon dan met ingehouden adem naar hem kijken. Hij schilderde de oever van een meertje met een paar bomen. En een schuurtje dus. Behalve de rustgevende werking die ik meteen voelde, was het ook frappant dat de man maar wat leek te doen. Daar een beetje zwart en hier een beetje donkerrood. Toen ik een minuut of vijftien had liggen kijken was het schilderij klaar. Bij de gemiddelde tweedehandswinkel had ik er wel vijftien euro voor betaald. Het was best aardig. Maar de kracht zat hem in de totstandkoming. Niet in het resultaat. En dat maakte het interessant. De weg ernaartoe, is vaak leuker dan het uitzicht.
Op de aftiteling zag ik dat het programma in 1986 was opgenomen. Veertien jaar na Bloody Sunday en 36 jaar van nu. Hier in 2022 lag ik dus in bad COVID-19 te hebben. Dat waarvoor we allemaal uit angst in lockdown gingen, had me nu dan eindelijk bereikt. Bijna twee jaar geleden, kocht ik tijdens een vakantie in Duitsland, via internet twintig mondkapjes voor honderdzestig euro. Dat leek toen een wijze zet. Een dag later annuleerde ik de aankoop en kreeg ik gelukkig mijn geld terug. Maar het geeft maar aan hoeveel ik had gedaan om mezelf en de naaste in mijn omgeving te beschermen tegen dit akelige virus.
En nu was het hier. Terwijl de bruisbal uit elkaar viel, liet ik de acceptie inzetten. Het einde van een vlucht. Het begin van een lichter leven. Want waar ik nu toch getroffen was door het virus, startte vanaf hier een immuniteit. Ik hoefde me niet meer druk te maken of ik het zou krijgen. Been there, done that. Op naar nog meer gezondheid!
Reacties
Een reactie posten