Doorgaan naar hoofdcontent

Cruiseschip

Het ergste aan de lockdown vind ik eigenlijk dat er een einde aan komt. De wetenschap dat dit tijdelijk is, laat het ongeduld borrelen. Maar tot wanneer is onduidelijk. We weten hoe het was. Als mensen kunnen wij ons uitstekend aanpassen. Maar we zijn sociale wezens en zonder persoonlijk contact krijgen we problemen. De bovenkamer die we hebben waar we doorgaans zo van profiteren, maakt overuren als we alleen maar op onszelf teruggeworpen zijn. We zitten allemaal op een onbewoond eiland en wachten op dat cruiseschip dat ons gaat ontdekken. Met casino's, theater, drank, muziek een zwembad en zelfs winkels waar je gewoon iets kunt kopen wat je kunt aanraken.

Ik kijk ook maar steeds naar diezelfde zee en dat strand dat er op de foto nog zo aantrekkelijk uit zag. Nu alle mogelijkheden op vertier zijn bevroren, zijn de kleine geluksmomenten een dagelijkse sleur geworden voor ons allen. Herinnert u zich nog dat u over de tuin of het balkon uitkeek en kon genieten van dat landgoed of strookje beton wat vastgeketend aan het appartement, weinig romantisch in zich had? Nu zien we dat weer. Het is niet romantisch, want het is afgebakend en ommuurd. Een huis is een huis geworden. Niet een plek om in te leven. Het is de plek waar we moeten leven. En dat maakt het ingewikkeld om uitdagingen te zoeken, met het ontbreken van de dynamiek van het kunnen en het mogen.

Dat werkt voor mij ook zo met schrijven. Ik kreeg wel vaker deze tijd de vraag waarom ik nog nauwelijks een blog produceerde. Dé drijfveer voor mij om te schrijven is de dynamiek van het gewone leven, de normale situaties, te vangen en samen te vatten in een blog. Uit de situatie te halen en uit te vergroten in details om te laten zien hoe krankzinnig wij eigenlijk soms leven.

Nu we in deze tijdelijke impasse zonder einddatum zitten, valt dat weg. 

Er schijnt licht te zijn aan het einde van de tunnel. Maar als we wisten dat dat licht niet zou komen, werd het leven waarschijnlijk eenvoudiger op de korte termijn. Dan konden we ons echt aanpassen in plaats van wachten op de terugkeer van 'de dingen die wij willen doen'. En bezinnen in de gedachte dat de cruiseschepen niet bestaan en de wereld plat was.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Zwaaien

Wanneer ik ga wandelen met mijn hond, loop ik een standaard rondje. Ik kom dan langs het Indische bejaardentehuis bij mij in de straat. Er staat een Riksja in de entree en ik ging er wel eens bami of nasi lunchen. Op de hoek van het tehuis, bevinden zich benedenwoningen met een groot grasveld ervoor. De ramen zijn immens groot en vaak is het licht binnen aan, zonder dat de gordijnen gesloten zijn. In de zomer valt de zon juist binnen, zodat zich een soort toneelstuk afspeelt achter het raam. Toen ik hier in 2017 kwam wonen, stond er vaak een man achter dat raam. Er zal twintig meter tussen hem en mij hebben gezeten. Hij zag er inderdaad Indisch uit en had een heel vriendelijke uitstraling. Het leek me een hele fitte man. Ik gok dat hij destijds halverwege de zeventig was. Maar dat was dus mijn observatie door dat raam heen. Telkens als ik met mijn hond passeerde, zwaaide hij uitbundig en vrolijk naar me. Met brede lach zwaaide ik dan ook terug. Het werd een gewoonte. Ik realiseerde me

Winkelcentrum

Ik liep zoals gewoonlijk door mijn overdekte winkelcentrum. Het wordt verbouwd en het schijnt mooier te gaan worden dan wat het was. Althans, de borden aan de ingang beloven dat er gebouwd wordt "aan het gezelligste winkelcentrum". Voorlopig is het nog een puinhoop en de meest ongezellige plek van Nederland. Als je er geen erg in had, zou een overdekte plek om te winkelen er zo uit kunnen zien, in tijden van oorlog. Overal troep, kapotte ramen, leegstaande panden, kabels uit het plafond die in de jaren zeventig in elkaar geknoopt zijn en vooral veel lawaai. Met de aantekening dat we nog steeds in een veilig land leven. Ik bezocht eerst de Hema, die het anno 2024 voor elkaar wisten te krijgen om mijn fotos af te drukken na elf dagen. Toevallig zat ik gisteren fotos te kijken uit de jaren tachtig en negentig. Een gedeelte daarvan was gemaakt met een fotocamera die minstens een kilo woog. De kwaliteit van die fotos was zo onvergelijkbaar, met de fotos die ik in mijn handen kreeg

Dirty Chai

Ze was denk ik vijfendertig. Ze zag eruit als tweeënvijftig. Het leek me geen sportieve dame, maar ze was ook niet enorm corpulent. Haar haren zaten tussen blond en grijs en waren kort en waarschijnlijk nog korter geweest. Een bruin leren tasje had ze op tafel gezet en het straalde geen vrouwelijkheid uit. Toen ze binnenkwam zag ik dat ze mijn kant op keek. Voor me waren nog twee tafeltjes vrij voor het raam. Toch liep ze eerst de zaak verder in. Een teken dat ze hier niet vaak kwam. Of zelfs niet uit deze stad kwam. Al snel was zij weer terug en nam ze plaats voor het raam. In plaats van een plek te kiezen waardoor ze naar buiten kon kijken, ging ze met haar rug richting het raam zitten met haar gezicht mijn kant op.  Ik nipte aan mijn dubbele espresso omdat je doorgaans in deze koffiezaken een wat slappe koffie kreeg. De serveerster was snel bij de vrouw die met de kaart in de hand vroeg of ze ook een ‘’Dirty Chai’’ kon maken. De wijze waarop ze deze woorden uitsprak zorgde voor een