Wij zijn geen dikke vrienden, mijn dermatoloog en ik. Dat zullen we ook niet worden. Soms denk ik weleens dat hij tegen me op kijkt. Dat vind ik niet leuk. Ik hou van gelijkheid. Deze keer maakte hij een opmerking over mijn horloge. Mooi ding, ja mooi ding. Anders droeg ik hem niet. Misschien hebben zijn andere cliënten een slechte smaak.
Het zou kunnen.
Ik zie hem één keer per jaar en soms wat vaker als het nodig is. Bijvoorbeeld als ik zelf twijfel over de status van een moedervlek. Want daar kom ik voor: controle van mijn moedervlekken. Hij is kaal, een stuk kleiner als ik en heeft meestal slonzige schoenen aan. Ook deze keer had hij Nike's aan die echt vies waren. Ik als schoenenman let daar op. Hij leunt graag achterover op zijn stoel, met zijn arme stevig over elkaar. Vroeger op de basisschool is hij denk ik vaak aangesproken op achterover op de stoel leunen. "Frank, ga op vier poten zitten."
Ik hoor het zijn juf roepen.
Of hij Frank heet weet ik niet, maar wel dat hij F. Körver heet. Dit symboliseert alleen maar meer hoe groot onze afstand is. Tot het moment waarop hij me gaat onderzoeken. In het voorpraatje kraakte hij het gebruik van mondkapjes nog af. Nu hij met zijn vergrootglas mijn lichaam mag bespeuren, heeft hij zelf een masker op. Verder zegt hij weinig. Desondanks voelt zijn aanwezigheid niet onprettig. Hij kan namelijk constateren of "ze goed zijn". Na een algemene speurronde, neemt hij in ronde twee een paar moedervlekken onder de loep. Letterlijk. Nadat hij mijn voeten had gecheckt waar ik dus ook moedervlekken heb, stopte hij abrupt. "Alles is in orde, je mag je aankleden". Vrijwel meteen daarna was hij het kamertje uit. Zijn stem galmde nog wel na in mijn hoofd.
Toen ik aangekleed en wel de centrale ruimte in kwam zat Frank alweer achter zijn bureau. Bekende stijl: armen over elkaar, achterover geleund. "Tot over een jaar" zei hij droog maar helder. Het leek alsof hij ernaar uit keek. En in zekere zin, deed ik dat ook.
Reacties
Een reactie posten