Ik was op vakantie met de caravan. Op een camping ga je naar een sanitair gebouw en daar zat ik op het toilet. De toiletten waren omheind door panelen. Alleen aan de linkerzijde had ik buren, ik zat op de hoek.
Naast mij zat een vader. Ik ben er vrij zeker van dat hij zat, want ik hoorde geluiden die je normaliter niet hoort, wanneer een man staat bij het toilet. Ik hoorde twee kinderen rommelen voor mijn deur. Aan hun geluiden te horen waren het peuters of kleuters. Het gerommel werd doorbroken door een heldere en harde kinderstem.
'Kutzak', hoorde ik ineens luid en duidelijk. Meteen kwam er reactie uit het toilethok naast me. Daardoor was ik ook vrij zeker dat hij vader was.
'Ole! Dat woord wil ik niet meer horen', riep hij. Hij had adem genoeg, dus waarschijnlijk had hij net weer een hap lucht genomen nadat hij de druk op zijn darmen had afgerond.
'Kutzak!' hoorde ik opnieuw.
'Samuel! Hoe daarmee op!' de vader weer. Blijkbaar waren dit Ole en Samuel. Ik vroeg me af of dit een gelovig gezin was. Samuel herkende ik uit de Bijbel. Mijn kennis van het grote boek was te beperkt om te kunnen inschatten of Ole ook genoemd werd in het boekwerk.
'Kutzak!' dit was volgens mij Ole weer.
'Ole, nu stop je daarmee. Anders kun je straks vijf minuten aan tafel gaan nadenken over de woorden die je gebruikt.' Hij klonk nu eerder wanhopig dan belerend.
'Kuuuuutzaaaaaaakkkkk!' Dit was echt Ole opnieuw. Ik vroeg me af hoe dit ventje eruit zag. Zelf ging ik inmiddels bijna de deur openen. Naast mij hoorde ik nu het gebruik van papier. Dus papa was klaar of had zijn sessie afgesloten uit irritatie. Ole en Samuel hoorde ook dat papa papier pakte. Toen ik de deur open deed, keek ik recht in het gezicht van een rood verbrand mannetje met wit krulhaar. Dit moest Samuel zijn. Hij zag me en begon te sprinten. Aan het einde van de rij toiletten zag ik Ole het pand verlaten. In de glimp leek dit namelijk de grotere versie van Samuel.
Pa was ondertussen begonnen aan zijn eindmonoloog zonder luisterende kinderen.
'Ole, jij kan zo vijf minuten aan tafel gaan zitten naast mama. Dan kun je even nadenken over je woorden.' Dit leek meer een opmerking om zijn eigen gezichtsverlies tegenover zijn medetoiletgebruikers om hem heen te voorkomen. De gang was namelijk leeg. Ja, ik liep er. En toen ik omkeek zag ik een vent met krullen en een bril uit het hokje waar ik zat stappen. Een man met zelfkennis. Want waarschijnlijk had mama meer invloed op het gedrag van zijn zoontjes dan hijzelf.
Reacties
Een reactie posten