Doorgaan naar hoofdcontent

Hondencursus

Er zijn veel soorten mensen. En met de meesten kan ik goed omgaan. Vele daarvan zullen nooit mijn vrienden worden en van de paar mensen die ik echt niet aardig vind, zijn de meeste hondentrainer.

Ik heb een hond. Een zwarte labrador uit het asiel van anderhalf jaar oud. Hij is door de vorige twee baasjes waanzinnig slecht behandeld. En daardoor heeft hij wat handicaps. Soms kan hij onrustig zijn. En opgevoed is hij ook niet. Dus ik ging met hem op cursus. Max, mijn hond, is trouwens een hele lieve hond. Hij kan super met kinderen omgaan en doet niemand kwaad. Voor vreemden is hij zelfs wat angstig. Stel je voor dat het zijn oude baas was, zal hij waarschijnlijk denken. Ik denk vaker dat ik mijn hond zijn gedachte kan lezen. Mijn vriendin noemt mij daarom "De Dogwhisperer". En ik zie dat als een compliment.

De cursus is op donderdagavond. De eerste les had ik gemist, door matige communicatie van onze kynologenclub. Dat is vrij vertaald "een vrijwilligersinstelling voor mensen die thuis niets te vertellen hebben en tussen hekken aan baasjes van honden mogen vertellen, hoe dat is om niks te vertellen te hebben". Dat staat zo'n beetje haaks op gastvriendelijkheid of menselijkheid. 

Tijdens de tweede les vernam ik dat de trainster van de eerste les, ernstig ziek in het ziekenhuis was opgenomen. Dit was dus een nieuwe trainster. Tijdens de derde les bleek de eerste trainster dood. Een schok voor mijn kynologenclub en alle leden, waaronder mijzelf. Haar wens was om een receptie te hebben naast het hondentrainveld vertelde de invaltrainster. Of het echt haar wens was zullen we nooit weten. Twee zeecontainers werden aan de rand van het veld met een zwart doek omhuld. Het was een trieste bedoeling.

De vierde les kreeg ik dan eindelijk een echte ervaren trainster en deze vijfde les was zij er ook. Mijn hond deed zijn best en ik ook. Soms lukte het. Meestal niet. Maar we hadden plezier en vergeleken met de eerste keer vond ik dat het goed was gegaan. Toen ik na de laatste oefening de bitse trainster vroeg of de oudste van mijn vriendin de volgende keer 10 minuutjes met de hond mocht trainen, was de maat vol. "Nee. Deze cursus is bedoeld om iets te leren. En je hond luistert al helemaal niet naar jou." Ze zei het op een toon, alsof ik vastgebonden op een stoel zat en ze me voor de negenentwintigste keer de tafel van drie ging opsommen.
"Daarbij hebben jullie al gewisseld én dát mág hé-lé-maal niet en dat hebben anderen gezien." Ze knipperde er volgens mij niet bij. Maar door haar fluor gele "Houd afstand!" hesje en wat tegenlicht van de zon die aan de binnenkant van haar brilglazen, haar ongetwijfeld prachtige ogen, blindeerden, zag ik dit niet precies. Ik was helemaal ontspannen en dan reageer ik altijd op mijn best.
"Wie heeft dat dan gezien?" Vroeg ik duidelijk en helder aan haar terug. Ze doelde op les vier toen mijn vriendin een avondje met de hond tussen de hekken stond.
De mevrouw keek me aan alsof ik "één keer drie is drie" zei. Ze was verbouwereerd. Hoe durfde ik in vredesnaam een vraag te stellen? Ik mocht bazen maar wel over mijn hond. Na een seconde of drie had ze een uitvlucht bedacht.
"Van de hoofdhondenopleidster". Een impuls in mijn lichaam wilde dat ik ging brullen van het lachen. Zo hard, dat de machinist van de langsdenderende goederentrein me zou kunnen horen.
"Die heb ik niet gezien anders. Waar stond die dan?" Zei ik emotieloos.
Ze vond me nu hóndsbrutaal en gezien haar positie was dit een heel pijnlijke situatie voor de vrouw. Zou ze nog een keer liegen of kon ik het nu verder wel schudden voor dat hondenexamen? Want eigenlijk was dat haar enige machtsinstrument nog. Max laten zakken voor het examen. De illusie dat hij dat zou kunnen halen was ik al absoluut verloren. De vrouw was nu sneller met antwoorden.
"Nou, denk je dat die dat niet in de gaten heeft?"
Het werd een beetje kinderachtig. Ik besloot deze mevrouw verder geen aandacht meer te geven. Ik mompelde nog iets en wenste haar amicaal nog een fijne avond. Ze had een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Maar helaas nog niet op mijn hond.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zwaaien

Wanneer ik ga wandelen met mijn hond, loop ik een standaard rondje. Ik kom dan langs het Indische bejaardentehuis bij mij in de straat. Er staat een Riksja in de entree en ik ging er wel eens bami of nasi lunchen. Op de hoek van het tehuis, bevinden zich benedenwoningen met een groot grasveld ervoor. De ramen zijn immens groot en vaak is het licht binnen aan, zonder dat de gordijnen gesloten zijn. In de zomer valt de zon juist binnen, zodat zich een soort toneelstuk afspeelt achter het raam. Toen ik hier in 2017 kwam wonen, stond er vaak een man achter dat raam. Er zal twintig meter tussen hem en mij hebben gezeten. Hij zag er inderdaad Indisch uit en had een heel vriendelijke uitstraling. Het leek me een hele fitte man. Ik gok dat hij destijds halverwege de zeventig was. Maar dat was dus mijn observatie door dat raam heen. Telkens als ik met mijn hond passeerde, zwaaide hij uitbundig en vrolijk naar me. Met brede lach zwaaide ik dan ook terug. Het werd een gewoonte. Ik realiseerde me

Winkelcentrum

Ik liep zoals gewoonlijk door mijn overdekte winkelcentrum. Het wordt verbouwd en het schijnt mooier te gaan worden dan wat het was. Althans, de borden aan de ingang beloven dat er gebouwd wordt "aan het gezelligste winkelcentrum". Voorlopig is het nog een puinhoop en de meest ongezellige plek van Nederland. Als je er geen erg in had, zou een overdekte plek om te winkelen er zo uit kunnen zien, in tijden van oorlog. Overal troep, kapotte ramen, leegstaande panden, kabels uit het plafond die in de jaren zeventig in elkaar geknoopt zijn en vooral veel lawaai. Met de aantekening dat we nog steeds in een veilig land leven. Ik bezocht eerst de Hema, die het anno 2024 voor elkaar wisten te krijgen om mijn fotos af te drukken na elf dagen. Toevallig zat ik gisteren fotos te kijken uit de jaren tachtig en negentig. Een gedeelte daarvan was gemaakt met een fotocamera die minstens een kilo woog. De kwaliteit van die fotos was zo onvergelijkbaar, met de fotos die ik in mijn handen kreeg

Dirty Chai

Ze was denk ik vijfendertig. Ze zag eruit als tweeënvijftig. Het leek me geen sportieve dame, maar ze was ook niet enorm corpulent. Haar haren zaten tussen blond en grijs en waren kort en waarschijnlijk nog korter geweest. Een bruin leren tasje had ze op tafel gezet en het straalde geen vrouwelijkheid uit. Toen ze binnenkwam zag ik dat ze mijn kant op keek. Voor me waren nog twee tafeltjes vrij voor het raam. Toch liep ze eerst de zaak verder in. Een teken dat ze hier niet vaak kwam. Of zelfs niet uit deze stad kwam. Al snel was zij weer terug en nam ze plaats voor het raam. In plaats van een plek te kiezen waardoor ze naar buiten kon kijken, ging ze met haar rug richting het raam zitten met haar gezicht mijn kant op.  Ik nipte aan mijn dubbele espresso omdat je doorgaans in deze koffiezaken een wat slappe koffie kreeg. De serveerster was snel bij de vrouw die met de kaart in de hand vroeg of ze ook een ‘’Dirty Chai’’ kon maken. De wijze waarop ze deze woorden uitsprak zorgde voor een