Doorgaan naar hoofdcontent

4us

Mijn vriendin kwam vorige week zaterdag met bloembollen thuis. 'Jij neemt dat hamsteren wel heel serieus', grapte ik toen nog. In een week kan veel gebeuren. Toen dacht ik bij het woord virus nog het meeste, aan een stelletje Russische hackers die inbraken op de computers van de Universiteit van Maastricht. Of aan een album van Doe Maar. U weet wel, die band uit de jaren tachtig waar Hennie Vrienten deel van uitmaakte.

4us, was de echte naam van die plaat.

Nu leven we in een tijdperk waarin we elkaar liever niet, dan wel te dicht in de buurt hebben. Stikstof, bosbranden, beslagleggingen door de Belastingdienst aan mensen die gewoon recht hadden op toeslagen. En hun leven zagen instorten. Het is de voorpagina van toen. En in drie minuten ratelen de nieuwslezers van vandaag, deze nieuwe randzaken af in het acht uur journaal.

Corona.

Dat is eigenlijk alles waar we ons druk over maken. Sterker nog, we kunnen niet normaal meer leven door deze ziekte, aangeduid als Covid-19. Waar de benaming vandaan komt is iedereen onduidelijk. Begin dit jaar ontvingen we nog een hele uitleg van onze weermannen en -vrouwen. Europese stormen kregen namen. We waren met zijn allen verbaasd dat de storm midden op de Noordzee van naam veranderde. Groot-Brittannië koos zijn eigen namen. Dat was vast een voorproefje van Brexit.

Brexit?

Ja, iets waar we ons destijds zo druk om maakte. De economie zou instorten. Verschrikkelijk was deze stap van een Europese grootmacht, uit de Europese Unie. Een crisis werd voorspeld. Maar nu het griepvirus dood en verderf zaait, is de AEX in een week tijd afgezakt naar de stand van drie jaar geleden. Het maakt eigenlijk geen klap uit, want gezond zijn is ineens veel belangrijker dan geld. Dat was het al, alleen zijn we dat weer vergeten met zijn allen. Onze zucht naar ambitie en materialisme had volledig de overhand. Iedereen was druk en niemand had tijd. U kende allenaal wel iemand met een burnout, of op zijn minst bijna burnout. Vroeger heette dat stress.

Maar nu.

We blijven allemaal thuis. Niemand gaat de straat meer op. Ja, om de supermarkt compleet te plunderen. Alsof er oorlog is uitgebroken. De halfbakken maatregelen, of eigenlijk richtlijnen, van Minister-President Rutte maken dat we het niet vertrouwen. Elkaar niet meer vertrouwen. Ik merk het zelf ook. Als iemand me op het trottoir passeert zie ik overal slijmvocht ronddwarrelen. Dit is er eentje, een toevallige passant met Corona onder de leden. Hij weet het nog niet. Maar ik wel! En verdorie, hij passeerde mijn kinderen ook!

Om gek van te worden.

En al die uren in huis heb je de tijd om je kuchje te controleren op ziekte. Want een overslaande ademhaling zou al kunnen betekenen dat ik 'drager' ben. Niet van HIV of een donorcodicil, nee: Van het Corona virus. Ons grote spook die ons angst inboezemt. De olifant die wel gewoon al het porseleinen servies in de kast platwalst. De struisvogel waarvan zijn nek niet lang genoeg is en dus zijn kop niet in het zand kan steken.

We moeten er aan geloven.

Maar gelukkig is daar Mark Rutte. Toen ik hem zag bij de persconferentie afgelopen donderdag, hoorde ik mezelf iets uitprevelen van acceptatie. Iets in de sfeer van 'Ja, ik ga maar snel boodschappen doen. Want straks mogen we écht niks meer.' En juist dat is de miskleun geweest. De slappe hap die ons is opgelegd, afgezet tegen de agressie van het virus. Al die doden en inmiddels meer dan duizend zieken Corona patiënten in Nederland. Overvolle intensive care's.

En wij mogen gewoon nog naar de kroeg.

Zometeen komt ook de lente er nog aan. Op éénentwintig maart is het zo ver. Dan gaat ons laatste voorraadje rantsoen bloeien als een tulp uit zijn bol. Tegen die tijd liggen we met zijn allen verplicht op de bank af te wachten of het ooit overgaat. Wetende dat genieten voortkomt uit een goede gezondheid. 

Ge-zond-heid. Nergens te koop.

Hopelijk houden we dat met zijn allen vast na deze periode. Waarschijnlijk vergeten we het weer als het weer wat minder wordt. De nuchterheid de overhand weer gaat nemen en we onszelf weer lekker gaan opdragen dat andere dingen veel belangrijker zijn. Ik hoop dat we lessen gaan trekken na deze virus periode. Dat we meer open zullen staan voor elkaar. Dat we ons realiseren dat de Europese Unie niet al onze problemen oplost. Met een tractor snelwegen blokkeren volkomen nutteloos is. En mensen op het trottoir verre van eng zijn.

Leve het virus! 4us.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zwaaien

Wanneer ik ga wandelen met mijn hond, loop ik een standaard rondje. Ik kom dan langs het Indische bejaardentehuis bij mij in de straat. Er staat een Riksja in de entree en ik ging er wel eens bami of nasi lunchen. Op de hoek van het tehuis, bevinden zich benedenwoningen met een groot grasveld ervoor. De ramen zijn immens groot en vaak is het licht binnen aan, zonder dat de gordijnen gesloten zijn. In de zomer valt de zon juist binnen, zodat zich een soort toneelstuk afspeelt achter het raam. Toen ik hier in 2017 kwam wonen, stond er vaak een man achter dat raam. Er zal twintig meter tussen hem en mij hebben gezeten. Hij zag er inderdaad Indisch uit en had een heel vriendelijke uitstraling. Het leek me een hele fitte man. Ik gok dat hij destijds halverwege de zeventig was. Maar dat was dus mijn observatie door dat raam heen. Telkens als ik met mijn hond passeerde, zwaaide hij uitbundig en vrolijk naar me. Met brede lach zwaaide ik dan ook terug. Het werd een gewoonte. Ik realiseerde me

Winkelcentrum

Ik liep zoals gewoonlijk door mijn overdekte winkelcentrum. Het wordt verbouwd en het schijnt mooier te gaan worden dan wat het was. Althans, de borden aan de ingang beloven dat er gebouwd wordt "aan het gezelligste winkelcentrum". Voorlopig is het nog een puinhoop en de meest ongezellige plek van Nederland. Als je er geen erg in had, zou een overdekte plek om te winkelen er zo uit kunnen zien, in tijden van oorlog. Overal troep, kapotte ramen, leegstaande panden, kabels uit het plafond die in de jaren zeventig in elkaar geknoopt zijn en vooral veel lawaai. Met de aantekening dat we nog steeds in een veilig land leven. Ik bezocht eerst de Hema, die het anno 2024 voor elkaar wisten te krijgen om mijn fotos af te drukken na elf dagen. Toevallig zat ik gisteren fotos te kijken uit de jaren tachtig en negentig. Een gedeelte daarvan was gemaakt met een fotocamera die minstens een kilo woog. De kwaliteit van die fotos was zo onvergelijkbaar, met de fotos die ik in mijn handen kreeg

Dirty Chai

Ze was denk ik vijfendertig. Ze zag eruit als tweeënvijftig. Het leek me geen sportieve dame, maar ze was ook niet enorm corpulent. Haar haren zaten tussen blond en grijs en waren kort en waarschijnlijk nog korter geweest. Een bruin leren tasje had ze op tafel gezet en het straalde geen vrouwelijkheid uit. Toen ze binnenkwam zag ik dat ze mijn kant op keek. Voor me waren nog twee tafeltjes vrij voor het raam. Toch liep ze eerst de zaak verder in. Een teken dat ze hier niet vaak kwam. Of zelfs niet uit deze stad kwam. Al snel was zij weer terug en nam ze plaats voor het raam. In plaats van een plek te kiezen waardoor ze naar buiten kon kijken, ging ze met haar rug richting het raam zitten met haar gezicht mijn kant op.  Ik nipte aan mijn dubbele espresso omdat je doorgaans in deze koffiezaken een wat slappe koffie kreeg. De serveerster was snel bij de vrouw die met de kaart in de hand vroeg of ze ook een ‘’Dirty Chai’’ kon maken. De wijze waarop ze deze woorden uitsprak zorgde voor een