Doorgaan naar hoofdcontent

Park

Daar lag ik dan, plat op mijn rug in het park. In mijn handen de telefoon waarmee ik deze blog schreef. Daarachter de boomtoppen en de strakblauwe lucht. Het gras was knalgroen zoals gras hoort te zijn. Plukjes mensen zaten op het gras en een haan kraaide af en toe tussen het geroezemoes. Het geluid van een hamer op metaal kwam van de podiumbouwers verderop in het park. Vanavond was hier een concert. En de voorbereidingen waren dus in gang.

Het was al een poos geleden dat ik mezelf neerlegde in een park. Je bent er toch een beetje overheen gegroeid op je veertigste. Maar vandaag raakte het kwik de vierendertig graden en het park gaf verkoeling. Het klamme gras in de schaduw haalde de temperatuur voelbaar omlaag. Af en toe keek ik wat om me heen. En ik sloeg een boek open. Dat was een gebeurtenis op zich waar u bij had moeten zijn. Want na veertig jaar pogingen tot lezen gedaan te hebben, ben ik een ruim jaar geleden toch onbewust gestopt. Tijdens de jaarwisseling riep ik tegen een goede vriend van me dat ik dit jaar 'echt weer meer ging lezen'.

Dat gebeurde dit jaar dus niet.

Naast mij kwamen twee studenten zitten. Een kwartier later waren het er twintig. Negentien vrouwen, één man. Ze droegen groene shirts en waren bezig met hun introductie. U weet wel, die periode waarin studenten elkaar, de stad en hun studie beter leren kennen. Maar vooral het eerste. Ze hadden de Albert Heijn leeggeplukt en zaten te lunchen in een kring. Ondertussen kletsten ze wat en ik hoorde aan het lachen en de toon dat ze elkaar inderdaad nog niet goed kenden.

De eikenbladeren recht boven me hadden nog geen herfstkleur. Ik lag dus onder een Eikenboom. Ik wist niet veel meer van natuur en herkende nog maar enkele bomen. Toch is het wel mooi, bijna literair om te kunnen zeggen: 'Ik lag vandaag onder een Eikenboom.' Het laat iets en niets aan de verbeelding over en van die combinatie houd ik wel. Zeker als ik blogs schrijf.

De mensen op het voetpad onderscheidden zich in twee groepen: Zij die zich vandaag kwa kleding konden aanpassen op de temperatuur en zij die werkten. De laatste groep had een lange broek of net wat langer jurkje aan dan de andere groep, die we vandaag 'de blootlopers' kunnen noemen.

Ondertussen gebeurde er iets moois. Waar ik eerder in de schaduw lag, begonnen de zonnestralen me langzaam aan te raken. Ze draaiden om de Eikenboom heen en verwarmden mijn armen en bovenlijf. Het gebeurde geleidelijk. Even overwoog ik of dit het signaal was om het park te verlaten. Ik zocht beschutting en werd onverwacht geconfronteerd met de warmte die ik juist ontvluchtte. Ik kwam overeind, liet het bloed uit mijn hoofd stromen, veerde omhoog en trok mijn handdoek weer de schaduw in. Te vroeg om de Eikenboom te verlaten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zwaaien

Wanneer ik ga wandelen met mijn hond, loop ik een standaard rondje. Ik kom dan langs het Indische bejaardentehuis bij mij in de straat. Er staat een Riksja in de entree en ik ging er wel eens bami of nasi lunchen. Op de hoek van het tehuis, bevinden zich benedenwoningen met een groot grasveld ervoor. De ramen zijn immens groot en vaak is het licht binnen aan, zonder dat de gordijnen gesloten zijn. In de zomer valt de zon juist binnen, zodat zich een soort toneelstuk afspeelt achter het raam. Toen ik hier in 2017 kwam wonen, stond er vaak een man achter dat raam. Er zal twintig meter tussen hem en mij hebben gezeten. Hij zag er inderdaad Indisch uit en had een heel vriendelijke uitstraling. Het leek me een hele fitte man. Ik gok dat hij destijds halverwege de zeventig was. Maar dat was dus mijn observatie door dat raam heen. Telkens als ik met mijn hond passeerde, zwaaide hij uitbundig en vrolijk naar me. Met brede lach zwaaide ik dan ook terug. Het werd een gewoonte. Ik realiseerde me

Dirty Chai

Ze was denk ik vijfendertig. Ze zag eruit als tweeënvijftig. Het leek me geen sportieve dame, maar ze was ook niet enorm corpulent. Haar haren zaten tussen blond en grijs en waren kort en waarschijnlijk nog korter geweest. Een bruin leren tasje had ze op tafel gezet en het straalde geen vrouwelijkheid uit. Toen ze binnenkwam zag ik dat ze mijn kant op keek. Voor me waren nog twee tafeltjes vrij voor het raam. Toch liep ze eerst de zaak verder in. Een teken dat ze hier niet vaak kwam. Of zelfs niet uit deze stad kwam. Al snel was zij weer terug en nam ze plaats voor het raam. In plaats van een plek te kiezen waardoor ze naar buiten kon kijken, ging ze met haar rug richting het raam zitten met haar gezicht mijn kant op.  Ik nipte aan mijn dubbele espresso omdat je doorgaans in deze koffiezaken een wat slappe koffie kreeg. De serveerster was snel bij de vrouw die met de kaart in de hand vroeg of ze ook een ‘’Dirty Chai’’ kon maken. De wijze waarop ze deze woorden uitsprak zorgde voor een

Winkelcentrum

Ik liep zoals gewoonlijk door mijn overdekte winkelcentrum. Het wordt verbouwd en het schijnt mooier te gaan worden dan wat het was. Althans, de borden aan de ingang beloven dat er gebouwd wordt "aan het gezelligste winkelcentrum". Voorlopig is het nog een puinhoop en de meest ongezellige plek van Nederland. Als je er geen erg in had, zou een overdekte plek om te winkelen er zo uit kunnen zien, in tijden van oorlog. Overal troep, kapotte ramen, leegstaande panden, kabels uit het plafond die in de jaren zeventig in elkaar geknoopt zijn en vooral veel lawaai. Met de aantekening dat we nog steeds in een veilig land leven. Ik bezocht eerst de Hema, die het anno 2024 voor elkaar wisten te krijgen om mijn fotos af te drukken na elf dagen. Toevallig zat ik gisteren fotos te kijken uit de jaren tachtig en negentig. Een gedeelte daarvan was gemaakt met een fotocamera die minstens een kilo woog. De kwaliteit van die fotos was zo onvergelijkbaar, met de fotos die ik in mijn handen kreeg