Doorgaan naar hoofdcontent

Schep

Ik zag een vrouw met een schep op het station. Ze liep voorbij toen ik stond te wachten. Ik had alle tijd om naar de vrouw te kijken. En naar de schep. Maar laten we met de vrouw beginnen.

Ze had halflange rode haren, was ongeveer éénzestig en droeg naast de schep ook nog een grote rugzak en een uitpuilende plastic tas.
Ze was waarschijnlijk geen sales manager die scheppen aan de man bracht. Met het Openbaar Vervoer op zich al een opgave. Welke overheidsinstelling of ander bedrijf midden in de stad is geïnteresseerd in scheppen? Anders had ze wel met een lease auto rondgereden.

Dat deed ze dus niet.

De schep intrigeerde me. Maar goed ook, want alle treinen stonden stil vanwege blikseminslag. Ik had al een uur vertraging. Dit was afleiding. Wat bezielt iemand om daarmee op pad te gaan? Hij staat in de schuur als je hem nodig hebt. En heb je geen schep nodig, dan heb je hem niet.

Zoals ik.

De schep gedragen door de vrouw, was op zijn minst het bekijken waard. Ze had hem net onder het handvat beet en droeg hem met de arm omhoog. Dat was noodzakelijk vanwege haar lengte. De schep was verpakt: Hij zat in een jutte zak. Halfdoorzichtig en juist daardoor werd mijn aandacht op de contouren van de schep gericht. Het was zo'n steekschep. Wat een rank instrument eigenlijk. Mooie lange steel, die kromming aan de onderkant. Helemaal geen manneninstrument. Of misschien juist wel. Best wel sexy.

Integendeel tot de vrouw.

Ineens kreeg ik een ingeving. Op mijn werk had ik collega's horen praten over de regen vandaag. Één van de collega's, laten we haar de Groene Collega noemen, zei dat dit wel bij Wereld Boomplantdag hoorde. Natuurlijk! 13 maart! Wereld Boomplantdag! Hoe kon ik het niet onthouden! Ik had dit nog op het nieuws gehoord, toen ik radio luisterde in de trein. Op de heenweg. Zonder vertraging. Die goede oude tijd.

Ik zette de papieren beker met de gratis koffie van het Kiosk aan mijn mond. Een stukje service van de NS vanwege de vertragingen. De schatten.

Inmiddels verdween de kleine vrouw langzaam tussen de wachtende en mopperende menigte. Ik keek voor me uit nu. Over het spoor heen naar het andere perron. Een digitale reclamezuil die daar stond trok mijn aandacht. Ik keek in de brede glimlach van de lijsttrekker van het Forum van Democratie. Het goedkoop ogende partijlogo verscheen achter hem. Precies over een week mocht ook ik stemmen voor de Provinciale Verkiezingen. Vandaar deze reclame. Zijn hoofd bleef net te lang grijnzend voor me in beeld. Ik had behoefte aan een schep. En besloot dat ik er eentje ging kopen. Als tegengeluid. Een hebbedingetje. Dat je beter maar bij je kan hebben als je onderweg bent.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zwaaien

Wanneer ik ga wandelen met mijn hond, loop ik een standaard rondje. Ik kom dan langs het Indische bejaardentehuis bij mij in de straat. Er staat een Riksja in de entree en ik ging er wel eens bami of nasi lunchen. Op de hoek van het tehuis, bevinden zich benedenwoningen met een groot grasveld ervoor. De ramen zijn immens groot en vaak is het licht binnen aan, zonder dat de gordijnen gesloten zijn. In de zomer valt de zon juist binnen, zodat zich een soort toneelstuk afspeelt achter het raam. Toen ik hier in 2017 kwam wonen, stond er vaak een man achter dat raam. Er zal twintig meter tussen hem en mij hebben gezeten. Hij zag er inderdaad Indisch uit en had een heel vriendelijke uitstraling. Het leek me een hele fitte man. Ik gok dat hij destijds halverwege de zeventig was. Maar dat was dus mijn observatie door dat raam heen. Telkens als ik met mijn hond passeerde, zwaaide hij uitbundig en vrolijk naar me. Met brede lach zwaaide ik dan ook terug. Het werd een gewoonte. Ik realiseerde me

Dirty Chai

Ze was denk ik vijfendertig. Ze zag eruit als tweeënvijftig. Het leek me geen sportieve dame, maar ze was ook niet enorm corpulent. Haar haren zaten tussen blond en grijs en waren kort en waarschijnlijk nog korter geweest. Een bruin leren tasje had ze op tafel gezet en het straalde geen vrouwelijkheid uit. Toen ze binnenkwam zag ik dat ze mijn kant op keek. Voor me waren nog twee tafeltjes vrij voor het raam. Toch liep ze eerst de zaak verder in. Een teken dat ze hier niet vaak kwam. Of zelfs niet uit deze stad kwam. Al snel was zij weer terug en nam ze plaats voor het raam. In plaats van een plek te kiezen waardoor ze naar buiten kon kijken, ging ze met haar rug richting het raam zitten met haar gezicht mijn kant op.  Ik nipte aan mijn dubbele espresso omdat je doorgaans in deze koffiezaken een wat slappe koffie kreeg. De serveerster was snel bij de vrouw die met de kaart in de hand vroeg of ze ook een ‘’Dirty Chai’’ kon maken. De wijze waarop ze deze woorden uitsprak zorgde voor een

Winkelcentrum

Ik liep zoals gewoonlijk door mijn overdekte winkelcentrum. Het wordt verbouwd en het schijnt mooier te gaan worden dan wat het was. Althans, de borden aan de ingang beloven dat er gebouwd wordt "aan het gezelligste winkelcentrum". Voorlopig is het nog een puinhoop en de meest ongezellige plek van Nederland. Als je er geen erg in had, zou een overdekte plek om te winkelen er zo uit kunnen zien, in tijden van oorlog. Overal troep, kapotte ramen, leegstaande panden, kabels uit het plafond die in de jaren zeventig in elkaar geknoopt zijn en vooral veel lawaai. Met de aantekening dat we nog steeds in een veilig land leven. Ik bezocht eerst de Hema, die het anno 2024 voor elkaar wisten te krijgen om mijn fotos af te drukken na elf dagen. Toevallig zat ik gisteren fotos te kijken uit de jaren tachtig en negentig. Een gedeelte daarvan was gemaakt met een fotocamera die minstens een kilo woog. De kwaliteit van die fotos was zo onvergelijkbaar, met de fotos die ik in mijn handen kreeg